Paniekstoornis

Word je plotseling overvallen door extreme angst of een heel onrustig gevoel en gebeurt dit vaker? Dan heb je misschien een paniekstoornis. De paniekaanvallen die bij een paniekstoornis horen beginnen vaak plotseling en duren meestal een aantal minuten tot een half uur.

Wat is een paniekaanval?

Een paniekaanval of angstaanval is het best te omschrijven als een golf van heftige angst die je plotseling overvalt. Wanneer je een paniekaanval hebt, maakt je lichaam het stresshormoon adrenaline aan om snel te reageren op een mogelijk gevaar. Je kunt tijdens een angstaanval het gevoel krijgen dat je gek wordt, de controle verliest of zelfs doodgaat. Andere symptomen zijn hartkloppingen, koude rillingen, misselijkheid, druk op de borst en een snelle ademhaling.

Wanneer heb je een paniekstoornis?

Iemand met een paniekstoornis heeft last van terugkerende, onverwachte angstaanvallen. Het gebeurt dus regelmatig en niet maar één keer. Een paniekstoornis komt vaak voor in combinatie met andere angsten, zoals plein- of straatvrees (agorafobie). Dit hoeft niet altijd zo te zijn. 

Angst voor een nieuwe paniekaanval

De grootste angst van iemand met een paniekstoornis is het krijgen van een nieuwe paniekaanval. Vaak zien we dat deze mensen bepaalde situaties ontwijken om te voorkomen dat ze nieuwe angstaanvallen krijgen. Hierdoor ontwikkelen mensen soms nieuwe angsten. Het openbaar vervoer, drukke winkelstraten en andere openbare ruimten worden vaak uit de weg gegaan.

In Nederland heeft naar schatting 2 tot 3 procent van de bevolking een paniekstoornis. Vrouwen hebben er vaker last van dan mannen, de verhouding is ongeveer 2:1.

Symptomen paniekaanval

Onderstaande symptomen passen bij een paniekaanval: 

  • hartkloppingen 
  • trillen of beven 
  • transpireren 
  • benauwdheid 
  • misselijkheid of maagklachten 
  • duizeligheid 
  • angst voor controleverlies 
  • een onwerkelijk gevoel 
  • koude rillingen 
  • angst om dood te gaan 

 Een psycholoog of psychiater beoordeelt of je een paniekstoornis hebt. Dit kan alleen als je na een paniekaanval, voor minimaal een maand, de symptomen hebt gehad:  

  • Je bent steeds bezorgd over het krijgen van een nieuwe paniekaanval of de gevolgen daarvan. 
  • Er is bij jou sprake van een gedragsverandering. Je ontwijkt bijvoorbeeld openbare ruimten en onbekende situaties om een paniekaanval te voorkomen. 

Een paniekstoornis wordt niet veroorzaakt door drugs, medicijnen of lichamelijke ziekten zoals hart- of longziekten.

Paniekstoornis behandeling

Een paniekstoornis is goed te behandelen door middel van cognitieve gedragstherapie of medicatie. Wanneer een combinatie wordt toegepast verminderen of verdwijnen de spontane paniekaanvallen bij 70 tot 80 procent van de cliënten. Ook gedragstherapie is een bewezen vorm van behandeling.

Bij de behandeling van een paniekstoornis ligt het accent op een geleidelijke confrontatie met de situatie waarin de paniekstoornis gevreesd wordt.

De behandeling van een paniekstoornis bestaat uit:

  • zelfhulpliteratuur 

  • voorlichtingsbijeenkomsten 

  • gedragstherapie 

  • eventueel medicijnen

Naast bovenstaande behandelingen kan een paniekstoornis door middel van ontspannings- en ademhalingstechnieken stapsgewijs verminderen. De vrees voor een nieuwe aanval wordt op deze manier gerelativeerd.